Rosbief

Verwarm de oven alvast voor op 180 graden.
Kruid de rosbief aan de boven- en onderkant met peper en wat zout.
Verhit een braadpan. Laat een klontje boter smelten. Leg de rosbief in de bruisende boter en schroei het vlees aan alle kanten dicht. Reken ongeveer 1-2 minuten baktijd per zijde voor een lekker goudbruin korstje. (let op dat de boter niet verbrand!)
Leg de rosbief in een braadslee. Het randje vet dat aan de rosbief zit moet aan de bovenzijde komen te liggen.
Giet het vet uit de braadpan ook in de braadslee.
Zet het vlees in de oven.
Heb je een vleesthermometer? Steek deze dan in het midden van de rosbief. Als de vleesthermometer de gewenste temperatuur heeft bereikt is het vlees klaar. Wij houden 55-60 graden aan, dan is het vlees medium.
Heb je geen vleesthermometer? Reken dan een gaartijd van 20-25 minuten per 500 gram rosbief.
Neem de rosbief uit de oven. Draai de rosbief om en wikkel het vlees in aluminiumfolie. Door het vlees om te draaien voor je het laat rusten, zullen de sappen zich weer verdelen. Zo krijg je een mooi egaal gebakken rosbief. Laat het vlees minstens 15 minuten rusten.
Snij de rosbief vervolgens in fijne plakjes. Gebruik hiervoor een vlijmscherp vleesmes en snij haaks op de vezels van het vlees. Bestrooi het vlees naar smaak met nog wat zout of peper.
Serveertip: Je kunt de rosbief serveren met bijvoorbeeld gebakken aardappeltjes en een salade. Je kunt de rosbief uiteraard ook serveren op brood.